IAA architecten
Architectuur en techniek
Een gebouw is een knap staaltje techniek. Gevels en overkappingen moeten bestand zijn tegen weer en wind; fundering en constructie moeten gevels, vloeren en daken goed kunnen dragen; vocht, warmte en luchtverversing binnen het gebouw moeten goed regelbaar zijn. Bij dit alles komt dat een gebouw tegenwoordig energiezuinig moet zijn.
Vernieuwing of traditie?
In de bouw is veel technische vernieuwing mogelijk, maar wanneer pas je dat toe? Kunststof dat met een weefsel is versterkt (composiet) weegt minder dan gewapend beton of staal en is sterker. Het is echter erg duur en daarom gebruiken architecten eerder staal en beton. Glas kan een vuilafstotende laag hebben, zodat een ruit zich bij regen zelf wast. Bij een torenflat spaart dit glas een glazenwasser uit, maar is het voor een woonhuis niet te duur?
Architecten wegen meer af dan kosten en baten. Ze houden zich aan regels voor veiligheid en vermijden schadeclaims door mislukte experimenten. Al met al is technische vernieuwing in de bouw best lastig. Een ziekenhuis is wel het laatste gebouw om dit uit te proberen. Patiënten zijn immers kwetsbaar en een ziekenhuis is kostbaar. Toch zijn in de klimaatinstallatie van het nieuwe ziekenhuis in Enschede innovatieve technieken verwerkt. Hoe is het architectenbureau IAA hierbij te werk gegaan?
50 jaar opbouwen
De Ingenieurs- en Architecten Associatie in Enschede ontstaat in 1968, als architectenbureau Sluijmer en technisch adviesbureau Sassen zich verenigen. Een halve eeuw na de oprichting is IAA één van de vijf grootste architectenbureaus in het land. IAA houdt kantoor in Enschede en Amsterdam en bouwt ook veel in Duitsland.
In hetzelfde jaar dat de ingenieurs en architecten zich verenigen houdt Van Heek & Co op te bestaan. In de jaren die volgen vallen ook de meeste andere textielfabrieken om. Met tal van vervallen fabrieken zien de Twentse steden er triest uit. Jaren wordt er gesloopt en gebouwd. Vooral IAA ontwerpt in die jaren veel gebouwen en geeft het straatbeeld in Twente daarmee een nieuw gezicht.
Markante gebouwen als de Grolsch Veste in Enschede en het ROC in Hengelo komen van de tekentafels van de Enschedese architecten. Voor de ombouw van de ijzergieterij van Stork tot ROC gebouw krijgt IAA in 2011 de Gulden Feniks van het Nederlands Renovatie Platform; de Oscar van de Nederlandse bouwwereld. De prijs wordt toegekend aan het gebouw dat het beste scoort op techniek, vernieuwing, duurzaamheid en culturele waarde. In 2016 zet IAA een nieuwe kroon op het werk: het ziekenhuis van Medisch Spectrum Twente in Enschede.
Samenwerking
Om een gebouw te maken werken architecten samen met andere experts, zoals constructeurs en installatieadviseurs. IAA heeft vanaf de oprichting verschillende soorten kennis in huis en kan daarom complexe gebouwen ontwerpen. Bij het nieuwe ziekenhuis is echter ook kennis van buiten ingehuurd, zoals voor de constructie en de technische installaties. Ook zijn deskundigen geraadpleegd op het gebied van ziekenzorg en omgevingspsychologie. Patiënten herstellen immers sneller in een omgeving waar ze zich prettig voelen en waar artsen en verplegers goed kunnen werken. Met al die deskundigen ontwerpt IAA een ziekenhuis, waar veel nieuwe techniek in zit.
Een nieuw ziekenhuis
Met alleen al 239 miljoen aan bouwkosten is het ziekenhuis het duurste bouwwerk dat ooit in Twente is gerealiseerd. Ook de andere getallen zijn indrukwekkend. De betonnen kolommen, balken, wanden en vloerplaten zijn met 1600 vrachtwagens aangevoerd. Eenmaal opgebouwd is een ziekenhuis van 78.400 m2 ontstaan; het grootste gebouw van Enschede. Het bouwwerk telt 7 verdiepingen, 5 binnenpleinen en duizenden kamers, waarvan 620 voor patiënten en 15 voor operaties. Het ziekenhuis is ontworpen volgens de laatste inzichten. Het is energiezuinig en duurzaam, maar geen dichte kluis. Alle kamers grenzen juist aan buitengevels of binnenpleinen, zodat er veel daglicht binnenkomt. Ook heeft elke patiënt een eigen kamer om in alle rust te kunnen herstellen.
Klimaat
In veel ziekenhuizen wordt je overvallen door de warmte. Omdat een patiënt het al snel koud heeft, verwarmt men de kamers tot 24 graden. Verplegers kunnen hier slaperig van worden en hun concentratie verliezen. In het nieuwe ziekenhuis is het overal 21 graden, maar 24e graden voor de patiënt. Hoe kan dat? Boven elk bed is een infrarood paneel in het plafond verwerkt. De panelen verwarmen wel objecten, maar geen lucht. Daarom kan het in de kamer 21 graden zijn en alleen bij het bed 24 graden. Dit is niet alleen beter voor de patiënten en het personeel, maar ook voor het energiegebruik en de gasrekening.
Waterbronnen
Verder wordt energie bespaard door waterbronnen onder de grond te gebruiken. Er zijn warme en koude waterbronnen. Zij verschillen in temperatuur doordat de bronnen op verschillende dieptes liggen. De koude en warme bronnen worden gebruikt om de klimaatinstallaties bij te staan. ´s Winters pompt men warm water op om het ziekenhuis te verwarmen en ‘s zomers pompt men koud water op om het gebouw te koelen. Zo’n systeem met ondergrondse waterbronnen is een duurzame manier om een gebouw te klimatiseren. Je hebt minder brandstof nodig, je stoot minder broeikasgas uit en het scheelt ook nog eens in de portemonnee.
Hygiëne
In elk ziekenhuis loert het gevaar van infecties. Nu alle patiënten in het nieuwe ziekenhuis een eigen kamer hebben met toilet, douche en wastafel, kunnen ze elkaar niet besmetten. Ook bij het klimaat en bij de luchtverversing is aan hygiëne gedacht. Zo ontbreken verwarmingsbuizen en radiatoren, want die vangen toch maar stof. In plaats daarvan zijn de leidingen die warm of koud water vervoeren in het beton verwerkt. Vloerverwarming en -koeling dus.